De Hippocampus van de hond

De Hippocampus van de hond

𝗗𝗲 𝗛𝗶𝗽𝗽𝗼𝗰𝗮𝗺𝗽𝘂𝘀 𝗲𝗻 𝘃𝗲𝗿𝗯𝗲𝗲𝗹𝗱𝗶𝗻𝗴

In het brein van je hond (ook in die van jou trouwens) zit een belangrijk deel dat we de hippocampus noemen. Wanneer je je hond roept, en hij komt naar je toe, dan zou hij dit niet zonder dit deel van de hersenen kunnen doen. Dankzij de hippocampus weet hij wie je bent (geheugen) en weet hij de weg door de tuin of het huis te vinden. Het is al decennia bekend dat de hippocampus verantwoordelijk is voor het geheugen. Maar er steeds meer wordt duidelijk dat het ook geassocieerd wordt met het verwerken van de omgeving, ruimtelijk inzicht en de verbeelding.

Donna Rose Addis is een vooraanstaand wetenschapper aan het Rotman Research Institute in Toronto. Ze ontdekte onlangs dat sommige delen van de hippocampus actiever zijn tijdens de verbeelding, vooral van toekomstige scenario’s en (in mindere mate) wanneer we denken aan dingen uit het verleden.
Met andere woorden, in de hippocampus zijn verleden en toekomst onlosmakelijk met elkaar verbonden; we kunnen scenario’s creëren waarin we gebeurtenissen uit het verleden herhalen of toekomstige gebeurtenissen voorstellen. Het exacte mechanisme hiervoor is nog niet duidelijk.

Nu denk ik niet dat honden hun toekomst ver vooruitplannen waarbij ze een heel scala aan scenario’s door hun hoofd zien gaan. Maar, honden komen net zo goed in situaties waarbij ze een probleem moeten zien op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan een uitvallende hond die moet worden ontweken of gekalmeerd of een maaltijd dat gescoord moet worden.

𝗞𝘄𝗲𝘁𝘀𝗯𝗮𝗮𝗿

De hippocampus is het epicentrum van de verbeelding, maar is helaas ook erg kwetsbaar. Het zit vol met glucocorticoïde receptoren, waardoor cortisol (het stresshormoon) een grote nadelige impact kan hebben. In kleine doses is cortisol nuttig, het helpt bij het wakker worden, bij vecht- en vluchtreacties en zet aan tot leren. Hoge cortisolspiegels, zeker voor langere duur kunnen hippocampuscellen beschadigen of vernietigen, waardoor de totale grootte en het volume van de hippocampus afnemen. Onderzoekers kunnen de samentrekking van de hippocampus daadwerkelijk observeren tijdens momenten van angst.

Als de hippocampus is beschadigd, kunnen alledaagse gebeurtenissen als stressvol worden ervaren. Dit creëert een vicieuze cirkel omdat meer stress leidt tot meer cortisol en dat dus tot weer meer schade aan de hippocampus. Angst heeft een belangrijke relatie met de verbeelding en kan de hond in slechtere posities brengen. Als de hond ervan uitgaat dat elke nieuwe stimulus (zoals een hond, een omgeving of een persoon etc.) kwaadaardig is dan leidt dat ertoe dat een hond nog angstiger wordt of meer gestrest raakt.

𝗢𝗻𝗱𝗲𝗿𝘇𝗼𝗲𝗸 𝗻𝗮𝗮𝗿 𝗺𝘂𝗶𝘇𝗲𝗻

Een aanzienlijk deel van het neurologisch onderzoek dat wordt gedaan heeft betrekking op mensen. Resultaten voor honden moeten daarom vaak geextrapoleerd worden uit dat onderzoek. Maar in dit geval is er ook bijzonder nuttig onderzoek gedaan bij muizen. In de jaren ’70 plaatsten onderzoekers muizen in omgevingen vol met hun favoriete stimuli. De muizen leefden in een soort van muizenpaleis en hielden zich de hele dag zoet met van alles wat lichaam en geest stimuleerde. Andere muizen werden in een armoedige omgeving geplaatst. Zonder de dingen waarvan ze hielden en met niets te doen. Aan het einde van het onderzoek dat 45 dagen duurde hadden muizen van het muizenpaleis een hippocampus dat 15% groter was dan die van de muizen uit de armoedige omgeving.

𝗧𝗲𝗿𝘂𝗴 𝗻𝗮𝗮𝗿 𝗺𝗲𝗻𝘀𝗲𝗻

In het boek “What if..” van Rob Hopkins leggen experts uit hoe zelfs hele populaties van mensen dezelfde symptomen vertonen als individuen. Ze verliezen hun creatieve denkvermogen. Als voorbeeld noemt hij de National Health Service van Engeland. Omdat de werknemers voortdurend onder grote stress moeten werken functioneren ze suboptimaal. Ze verliezen het vermogen om oplossingen te formuleren voor problemen. Het resultaat is dat zowel organisaties als individuen dezelfde fouten, of soortgelijke fouten, keer op keer maken. Een zich herhalend patroon. Kinderen die altijd alert zijn hebben weinig ruimte voor spel met als gevolg dat ze minder in staat zijn om positieve uitwegen voor situaties te verzinnen.

𝗘𝗻 𝗵𝗼𝗻𝗱𝗲𝗻?

Zou dit heel anders zijn voor honden? Dat lijkt me eerlijk gezegd niet. Het zou vreemd zijn dat hetzelfde deel van de hersenen een compleet andere functie voor honden heeft. Spel en allerlei andere bezigheden zonder al te veel regels en beperkingen zijn net zo goed voor honden een leerschool die hen voorbereid op allerlei situaties in het echte leven. Honden hebben net zo goed verbeelding. De grote stoere hond die zich op laat jagen door de kleine puppy doet per slot van rekening ook net alsof.
Wat zou er gebeuren als we spel in plaats van regels en commando’s de kern maken van de opvoeding van de hond? Zullen honden inderdaad een grotere hippocampus hebben wanneer ze op deze manier worden ‘getraind’?

Dokter Nicholas Dodman een vooraanstaande onderzoeker en gedragsdeskundige heeft er het volgende over gezegd: “Misschien is het zelfs mogelijk om de doeltreffendheid van de training te beoordelen door te kijken hoe groot de hippocampus wordt na een paar weken van het juiste type training of hoe ernstig de angstcentra worden aangetast wanneer bestraffende training wordt toegepast. Er zijn al aanwijzingen dat zelfs milde elektrische schokken blijvende schadelijke effecten op deze centra bij knaagdieren heeft.

Neurowetenschappelijk onderzoek bij honden staat nog in de puppyschoenen, maar alles wijst er op dat we er goed aan doen om spel en verbeelding net als bij kinderen prioriteit zou moeten hebben als het gaat om training en opvoeding.

Delen, kopiëren, je eigen naam er onder zetten, aan de muur hangen. Alles is toegestaan en gewenst. Kennis is van iedereen.